zondag 25 mei 2008

Berichten versturen

Wilt u/je een bericht verzenden naar aanleiding van deze studie?

Zie hieronder het e-mailadres !

Over mij

Mijn foto
Terneuzen, Zeeuws-Vlaanderen, Netherlands
Vanaf augustus 2011 ben ik gepensioneerd. Heb veel sociale contacten. Ook enkele keer contact met oudleerlingen per Hyves. Erg leuk. Ik doe vrijwilligerswerk door middel van een klassiek programma in een studio in het ziekenhuis. Ik geniet met volle teugen !
Overzicht in hoofdstukken van Openbaring:


Zonder het lezen van de hoofdstukken 1 t/m 10 wordt er niets van de studie gemist, omdat vanaf hoofdstuk 12 t/m het slot dezelfde gebeurtenissen als opname van de gemeente, de grote verdrukking, enz. worden behandeld.


Toch raad ik een ieder aan om bij hoofdstuk 1 te beginnen, gedachtig aan de woorden die de Heer Jezus Christus bij monde van zijn apostel Johannes spreekt in Openbaring hoofdstuk 10 vers 11: ..."en er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen..."




Openbaring 11: Een parenthese of wel: tussenstuk
over de twee getuigen

Openbaring 12: De vrouw en de draak



Openbaring 13: De verschijning van de antichrist en
de opkomst van de valse profeet



Openbaring 14: 1 - 13: Het Lam op de berg Sion


Openbaring 14: 14 - 20 en 15 : 1 - 8: De twee oogs-
ten


Openbaring 16: De Zeven Plagen


Openbaring 17: Het oordeel over het geestelijk Baby
lon


Openbaring 18: Het oordeel over Babylon


Openbaring 19: De overwinning van Jezus over Sa-
tan


Openbaring 20: Het duizendjarig Rijk. Het Milenni
um, Het laatste oordeel


Openbaring 21: De nieuwe hemel en de nieuwe aar-
de. Een blik in de komende eeuwen


Openbaring 22. Een blik in de toekomst








Een parenthese

Hoofdstuk 11 : 1 - 14 van het boek Openbaring is een parenthese, dat wil zeggen: "tussen haakjes", een tussengevoegd verslag dus, in dit geval het optreden van de twee getuigen Mozes en Elia tijdens de grote verdrukking.

Deze parenthese volgt hier in twee delen:

Hoofdstuk 11 : 1 - 6
Hoofdstuk 11 : 7 - 19

Openbaring 11. De twee getuigen

Tussendeel of parenthese

Openbaring 11. De twee getuigen.


Openbaring 11 vers 1 en 2,
En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden.

Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.

Johannes wordt hier actief betrokken bij de openbaringen die hij ontvangt: Van toeschouwer en toehoorder wordt hij nu medewerker. Johannes ontvangt namelijk een meetlat en deze lat ziet er uit als een roede (St. Vert: En mij werd een rietstok gegeven, een meetroede gelijk)De meetlat dient om de tempel van God af te bakenen en als roede dient hij om de ongelovigen te straffen en buiten de tempel te houden.


De geestelijke betekenis van dit meten gaat ver uit boven wat hier gebeurt, want ook vandaag wordt de tempel van God, de gemeente, gemeten.De christenen die in de voorhof blijven en niet verder gaan, zijn die christenen, die we allen kennen: zij zijn vleselijk, onvolwassen en onderhevig aan allerlei invloeden van buiten: als het regent, worden zij nat; schijnt de zon heel fel, dan is het niet uit te houden van de hitte; waait het erg, dan komt er zand in hun ogen en als de nacht komt, zien ze geen steek meer. Zo ziet het geestelijk leven van velen er jammer genoeg uit.


De christenen echter, die niet tevreden zijn met het geestelijk leven in de voorhof, gaan de tempel binnen om God te aanbidden bij het dankofferaltaar. Om binnen te komen, moeten zij over een koperen drempel en dit heeft een diepe, geestelijke betekenis, want koper spreekt van de Heilige Geest en van oordeel, of liever van de zegeningen, die de Geest voor ons heeft bereid en van het oordeel over onze werken uit het vlees., onze ongeestelijke daden.


Wie dus volkomen voor God wil leven, hunkert naar het leven uit de Heilige Geest en wendt zich af van de onvruchtbare werken van het vlees. Dan is er maar één weg: vanuit de voorhof het heiligdom binnen gaan !

De tabernakel met de voorhof

De tabernakel met de voorhof
Zie ook Exodus 26, 27

Tempel van Salomo

Tempel van Salomo
Zie ook 2 Kronieken 3 en 4
Wie dat doet, komt in een volkomen andere geestelijke omgeving: om te beginnen komt er geen sprankje licht van buiten naar binnen. Het heiligdom wordt helder verlicht door de zevenarmige kandelaar, symbool van de Heilige Geest. Deze kandelaar of menorah staat aan de linkerwand en haar licht wordt weerkaatst door de met goud bedekte planken wanden.


Aan de rechterzijde bevindt zich de tafel met de twaalf toonbroden, die ons spreken van het Brood des Levens, Jezus Christus.


In het midden van het heilige staat het dankofferaltaar en wie daar God aanbidt, staat recht tegenover de troon van God…


....want het voorhangsel is gescheurd...



Het boek Ezechiël verhaalt ons, vanaf hoofdstuk 40, dat er een nieuwe tempel zal komen en de profeet geeft vele details over dit heiligdom. Bij de bestudering van Ezechiël moeten we wel tot de conclusie komen, dat hij de tempel beschrijft, die in het vrederijk zal worden gebouwd.



De vraag blijft dus: wordt hier in Openbaring 11 een letterlijke- of een figuurlijke tempel bedoeld?De gemeente wordt ook een tempel van God genoemd en toch is zij niet aan een gebouw gebonden. 2 Korintiërs 6 vers 16:
Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft:
Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.


Zie ook: 1 Kor. 3 vers 16, 17 en Efeziërs 2 vers 21.


De mogelijkheid bestaat dus, dat we deze tempel allereerst geestelijk moeten verstaan, dat hier in overdrachtelijke zin gesproken wordt, want als we ons een letterlijke tempel voorstellen, dan mogen alleen de priesters aanbidden in het heiligdom en moeten de “gewone” gelovigen in de voorhof blijven.



De 144.000 kunnen niet in zo’n gebouw en bovendien zijn zij over de hele wereld verspreid. Dit alles pleit niet voor een letterlijke opvatting.



Orthodoxe Joden willen een tempel bouwen en vele evangelische christenen zijn gaarne bereid deze initiatieven te steunen, zonder echter te weten, wat ze met deze steun bereiken.


De zeer bekende charismatische leraar en schrijver, Derek Prince, zegt in Charisma van juni 1993: “Ik vind geen enkele steun in de Schrift om christenen aan te moedigen de Joden te helpen bij de bouw van een tempel. Onze verantwoordelijkheid is de weg voor Christus te bereiden en niet voor de anti-christ!”



Opmerkelijk is ook de uitspraak van pastor Reuven Berger, voorganger van een Messiaanse gemeente in Jeruzalem.
Hij zegt: “Ik gevoel, dat veel christenen een heel verkeerd en zelfzuchtig idee hebben ten aanzien van de bouw van een tempel. Ik geloof echt, dat God wil, dat wij ons concentreren op het herstel van Zijn geestelijk huis in Jeruzalem en over de gehele wereld”.



Ongetwijfeld zal men toch zeggen: God spreekt hier in beelden en dat sluit niet uit, dat Hij in die beelden een echte tempel in Jeruzalem op het oog heeft. Eerlijkheidshalve mogen we deze mogelijkheid dan ook niet uitsluiten en als we Daniël 9 vers 27 lezen, dan moeten we er wel van uitgaan, dat er tijdens de grote verdrukking een tempel in Jeruzalem is, waar op oudtestamentische wijze slachtoffers en spijsoffers worden gebracht.



Het is echter moeilijk om te veronderstellen, dat God een welbehagen heeft in offers, die geen zin meer hebben sinds Jezus aan het kruis is gestorven en daarom is het het beste dit probleem als volgt te stellen:

Johannes moet de Joden die tot geloof zijn gekomen, afbakenen en zij zullen op wonderbare wijze door God bescherming ontvangen.
Wat er verder gebeurt in de tempel van de orthodoxe Joden zullen we zien bij het vervolg van onze studie.
Men veronderstelt, dat de orthodoxe Joden deze tempel zullen bouwen op een van de heuvels bij Jeruzalem, omdat ze op de tempelberg geen kans maken te bouwen, zolang de Islam deze berg in bezit heeft.



Het is moeilijk een volledige voorstelling te maken van de toestanden, die tijdens de grote verdrukking zullen ontstaan; daarom moeten we voorzichtig zijn en niet te veel fantaseren.



Waar het hier om gaat is het volgende:
Johannes moet scheiding maken tussen de ongelovigen in de voorhof en de Joodse aanbidders, die straks na hun aanvaarding van Jezus, God in het heiligdom zullen aanbidden in Geest en in waarheid.



Deze Joodse gelovigen zijn de verzegelden, die op Goddelijke wijze gespaard zullen worden gedurende de grote verdrukking en de oordelen. Het meten van de tempel en het meten van hen, die daarin aanbidden betekent, dat God Israël weer heeft aangenomen. Anderzijds hebben de heidenen nog slechts 42 maanden (3 ½ jaar) tot hun uiteindelijke ondergang.



Jeruzalem wordt in deze tekst de heilige stad genoemd en ongeacht de geestelijke toestand, Jeruzalem is en blijft Gods uitverkoren, apart gezette stad en is dit ook nu. Een grote toekomst staat deze stad te wachten !
Nu wordt de stad nog vertreden door de heidenen, maar vanaf het moment, dat Johannes de tempel afbakent, is dat over drie en een half jaar afgelopen en zal Christus de stad voor Zich hebben opgeëist.



Vers 3 en 4.
En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang.
Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan.


Jezus Christus heeft Zijn verlossingswerk voor de gemeente geheel afgerond door de opnamen, voor en aan het eind van de grote verdrukking en nu de volheid der heidenen binnen is, komt Israël aan de beurt ! Twee profeten zullen het volk Israël terugvoeren tot God en deze beide profeten zullen drie en een half jaar profeteren en profeteren betekent niet alleen, dat zij verborgenheden zullen openbaren, maar ook dat zij zullen profeteren in ruimere zin: Zij zullen het Evangelie prediken.


Het zijn twee heel bijzondere mannen, want zij worden de twee olijfbomen en de twee kandelaren genoemd, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan.


Als we nu Zacharia 4 in zijn geheel doorlezen, dan wordt aan het eind van dit hoofdstuk gezegd, dat de twee olijfbomen, de twee gezalfden zijn, die voor de Here van de ganse aarde staan. Zij worden gezalfden genoemd, omdat zij niet door eigen kracht, noch door eigen geweld, maar door de kracht van Gods Geest zullen optreden.


Zij treden op in een boetekleed, hier een zak genoemd, zoals vele profeten vroeger ook deden. Zij zullen daardoor niet alleen opvallen, maar de Joden zullen zeker begrijpen, dat hier iets heel bijzonders plaats vindt, namelijk hier treden twee profeten op, zoals ook vroeger een Jesaja, een Jeremia of een Elia.


Vers 5 en 6:
En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden; en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zó de dood vinden.
Dezen hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen.

Wie zijn de twee getuigen?


Dit is een van de meest intrigerende vragen, die men kan stellen, want er is veel verwarring over dit probleem.


Ik wil je vragen om heel open en eerlijk het antwoord te toetsen op de vraag naar de identiteit van de twee getuigen.


Ik denk niet, dat het een probleem is, als we vaststellen, dat de eerste getuige niemand minder is dan de profeet Elia, die ik vaak vol eerbied “God’s waaghals” noem, een waaghals in positieve zin. Elia had de macht de hemel te sluiten:


Jakobus 5 : 17 en 18:
Elia was slechts een mens zoals wij en hij bad een gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op het land, drie jaar en zes maanden lang;
en hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde deed haar vrucht uitspruiten.



Merkwaardig, dat ook deze periode van drie en een half jaar overeenkomt met de tijdsduur van het profeteren van de twee getuigen ! Elia bad op de Karmel, stond daar helemaal alleen tegenover de 450 profeten van Baäl en de 400 profeten van de Asjéra en niet te vergeten tegenover het verzamelde, halfslachtige volk van Israël. Op zijn gebed kwam er vuur uit de hemel ! Het is duidelijk, dat Elia voldoet aan de beschrijving van deze getuigen.


Bovendien zegt Maleachi 4 : 5 en 6: Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.


Elia zelf zal dus komen om het volk Israël terug te voeren tot God en vanzelfsprekend zal hij Jezus, de Messias, verkondigen. Vele, vele Joden zullen dan Jezus als hun Messias aannemen en zij zijn het, die, precies zoals de gemeente vandaag, het geestelijk heiligdom binnengaan. Trouwens, de gelovige Joden van vandaag verwachten Elia: bij grote feesten wordt er aan tafel een stoel bijgezet en die stoel is voor Elia ! Als hij zou komen, dan komt hij niet onverwacht, want er is op hem gerekend !


Meerdere malen wordt er op Bijbelstudies gevraagd: Was Johannes de Doper dan niet de Elia, die komen zou?Heeft Jezus zelf niet van Johannes gezegd: “” Indien gij het wilt aanvaarden: Hij is Elia, die komen zou”. Matteüs11 : 15. Geen wonder, dat men daaruit opmaakt, dat Johannes de Doper de beloofde Elia was. Maar Jezus zegt hier letterlijk: “Als u bereid bent het te aanvaarden: Hij is Elia, die spoedig komt”.


Inderdaad was Johannes de Doper een grote profetische figuur zoals Elia en het is volkomen waar, dat hij uitging in de geest en de kracht van Elia, zoals de engel tot zijn vader, de priester Zacharias, zei. Lukas 1 vers 17. En hij zal voor zijn aangezicht uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om de harten der vaderen te keren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden.
Maar toen men Johannes op de man af vroeg: “Zijt gij Elia?” , was het duidelijke antwoord: “Ik ben het niet”. Johannes 1 vers 21. Ook heeft de Heer Jezus heel duidelijk gesteld: “Elia zal wel komen en alles herstellen”. Matteüs 17 vers 11.



De overeenkomst tussen Elia en Johannes de Doper ligt hierin, dat Johannes de Doper de voorloper was van Christus bij Zijn eerste komst op aarde en dat Elia de voorloper is van Christus bij Zijn wederkomst. Ook zien we Elia op de berg der verheerlijking. Elia was toen als zo’n 900 jaar oud en als hij straks in Jeruzalem zal profeteren en prediken zal hij 2000 jaar ouder zijn !


Ik denk, dat er maar heel weinig mensen zijn, die Elia afwijzen als de eerste getuige, maar wat de tweede getuige aangaat, daar is al heel veel discussie over geweest. Laten we nuchter blijven: die twee getuigen komen er toch wel, wie ze ook zijn en ze zullen hun opdracht in gehoorzaamheid aan hun Meester geheel vervullen. Hun werk is belangrijker dan hun identiteit.

Er is een grote groep, meestal wat oudere predikers, die Henoch aanwijzen als de tweede getuigen. Het Schriftuurlijk bewijs gaat dan als volgt:In Hebreeën 9 vers 27 staat, dat het de mens beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel.


Henoch en Elia zijn de twee oudtestamentische profeten, die levend zijn opgenomen in heerlijkheid en nooit gestorven zijn:


Genesis 5 vers 24: Henoch leefde in nauwe verbondenheid met God; aan zijn leven kwam een einde doordat God hem wegnam.


2 Koningen 2 vers 11: En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.


De redenering gaat dan verder:Zij zijn dus nog nooit gestorven en komen daarom in aanmerking om eens te sterven en wel in Jeruzalem, als zij hun bediening van getuige hebben volbracht, want, let wel, het is de mens beschikt eenmaal te sterven en dat geldt dus ook voor Henoch en Elia. Daarom nemen velen aan, dat Henoch de andere getuige is. Als dit inderdaad zo is, dan moeten we toch ook kunnen bewijzen uit de Schrift, dat Mozes niet als getuige in aanmerking kan komen.Voor velen is dat vrij logisch, want als Mozes de tweede getuige is, dan zou hij opnieuw moeten sterven en de tweede dood is volgens Openbaring 20 vers 14 en 21 vers 8 voor de goddelozen ! Heel overtuigend wordt er dan gezegd: Mozes kan de tweede getuige niet zijn ! De twee getuigen zijn zonder meer Elia en Henoch !


MAAR: Mozes had wel macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en hij had ook macht om de aarde te slaan met allerlei plagen, zoals in Openbaring 11 vers 6 staat (zie hierboven) en van Henoch weten we, dat hij heeft geprofeteerd en het oordeel heeft aangezegd aan de goddelozen. Judas 14 en 15. Van wonderen of tekenen echter lezen we niet bij Henoch.Er valt ook op het volgende te wijzen: Mozes past geheel in Openbaring 11 vers 6 en Mozes was op de berg der verheerlijking samen met Elia. Lukas 9 vers 31.


Hoe waren zij dan op deze berg: met een verheerlijkt, onsterfelijk lichaam of met een verheerlijkt sterfelijk lichaam?Het antwoord is: met een sterfelijk lichaam, want de eerste, die een onsterfelijke lichaam ontving, was Jezus, toen Hij opstond uit de dood. 1 Korintiërs 15 vers 20.
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.
Hij is de eerstelin
g.

Mozes is gestorven op de berg Nebo en God heeft hem toch zelf
begraven? Deuteronomium 34: 5-7. Toen stierf Mozes, de knecht des HEREN, aldaar in het land Moab, volgens des HEREN woord. En Hij begroef hem in een dal in het land Moab, tegenover Bet-Peor, en niemand heeft zijn graf geweten tot op de huidige dag. Mozes was honderd twintig jaar oud, toen hij stierf; zijn oog was niet verduisterd en zijn kracht was niet geweken.
Hoe kan hij dan weer in een sterfelijk lichaam verschijnen op de berg? Ook hier geeft de Schrift een antwoord en wel in Judas 1 vers 9. Maar Michaël, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zeide: De Here straffe u!


Mozes was gestorven in eenzaamheid op de berg Nebo en God had hem begraven op een plaats, die de Israëlieten niet konden vinden, want als zij het lichaam van Mozes zouden hebben gevonden, dan zouden ze het gebalsemd hebben en het meegevoerd hebben om het in het beloofde land te begraven. Het gebalsemde lichaam van Jozef hebben ze ook meegenomen uit Egypte en het in Israël begraven. God had Mozes op een geheime plaats begraven, omdat Hij een plan had !


Volgens Hebreeën 2 vers 14 had de duivel de macht over de dood, maar God heeft hem door Christus aan het kruis onttroond.
Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen,
Dus tot aan het kruis en de opstanding van onze Heer Jezus Christus had satan de macht over de dood en daarom had hij ook macht over het gestorven lichaam van Mozes.

God deed echter iets uitzonderlijks: Hij zond Michaël om het lichaam uit de klauwen van de satan te nemen en Michaël heeft deze taak volbracht en toen heeft God Mozes lichamelijk opgewekt uit de dood. Daarom kon Mozes later lichamelijk verschijnen op de berg der verheerlijking.



Kerkraam grote kerk in Taizé. Mozes en Elia bij de verheerlijkte Heer op de berg

Kerkraam grote kerk in Taizé. Mozes en Elia bij de verheerlijkte Heer op de berg
Jezus heeft hetzelfde gedaan met het dochtertje van Jaïrus en de jongeman uit Naïn. En ook heeft Hij zijn vriend Lazarus, nadat hij al drie dagen dood was, lichamelijk opgewekt.
Deze drie, Jaïrus’ dochtertje, de jongen uit Naïn en Lazarus zijn later toch overleden en zijn dus twee keer gestorven !Men mag daarom Hebreeën 9 vers 27 nooit zo maar toepassen:

En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel…

Trouwens, de gemeente, die de Heer tegemoet gaat, zal zelfs niet één keer de dood zien !

Er zijn hier duidelijk Bijbelse uitzonderingen op de Bijbelse regel van Hebreeën 9 vers 27 en het is heel belangrijk, dat we ons daar diep van laten overtuigen, dan zullen we ook niet zo snel tot verkeerde uitleg van de Schrift komen.

Mozes kan daarom wel zeker de tweede getuige zijn, want hij heeft, evenals Elia, nog een sterfelijk lichaam, en als hij met Elia op de berg verschijnt, is hij al zo’n 900 jaar oud…Opgenomen in de heerlijkheid van de Heer zijn zij niet langer onderhevig aan de aardse wetten en verouderen niet meer.



Volgens Deuteronomium 18 vers 15, door Petrus aangehaald in Handelingen 3 vers 22 is Mozes een type van Christus. De opwekking van Mozes is een profetie van de opstanding van Christus.


Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik (Mozes) laten opstaan; luister naar hem en naar alles wat hij u zal zeggen. (Hand. 3 vers 22)


Mozes en Elia zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Heer der aarde staan.Zij zijn de twee getuigen en Henoch kán niet een van de twee getuigen zijn, want:


1. Openbaring 11 gaat over Jeruzalem en het Joodse volk.Henoch was geen Jood. Hij behoorde tot de volkeren van voor de zondvloed en hij werd opgenomen vóór de zondvloed kwam, vóór het oordeel van die tijd kwam.
2. Hebreeën 11 : 5 zegt letterlijk: “Door het geloof is Henoch weggenomen, OPDAT hij de dood niet zou zien en hij werd niet gevonden, omdat God hem had weggenomen”.Henoch is het zuivere type van de gemeente uit de volkeren, die in een oogwenk worden opgenomen, de Heer tegemoet in de lucht. 1 Thessalonicenzen 4 : 13 – 17. Ook zij zullen de dood niet zien ! Henoch zou de dood niet zien, toen niet en later ook niet, dat is het, wat deze tekst duidelijk maakt. De lichamelijke opwekking van Mozes is een type en profetie van de opstanding van Jezus Christus en de opname van Henoch is een type en profetie van de opname van de gemeente vóór het oordeel.



Toch blijft er nog een probleem over: Hoe zit het dan met Henoch? Hij is opgenomen en heeft hij dan geen sterfelijk lichaam? Hij kon immers nog geen onsterfelijk, geestelijk lichaam ontvangen, want Jezus was nog niet gestorven en opgestaan en Jezus is de eerste, die deel had aan de opstanding en Hij is ook de eerste, die een onsterfelijk, verheerlijkt, geestelijk lichaam ontving.


Het antwoord is niet zo moeilijk: Henoch ontving zijn onsterfelijkheid samen met de ontslapen heiligen uit het Oude Testament, die opgewekt werden, toen Jezus stierf en deze opgestane heiligen waren de eersten, die deel kregen aan Christus’ opstanding.


Zij waren krijgsgevangenen van de dood geweest, zolang de toegangsprijs tot het paradijs nog niet betaald was. Toen Jezus uitriep: “Het is volbracht”, ging de toegang tot het paradijs open. Vele ontslapen heiligen stonden op uit de dood en zijn met Christus opgevaren naar paradijs. Om als eerstelinggarf aan God de Vader te worden aangeboden door onze Hogepriester Jezus Christus. Matteüs 27 : 51, 52; Efeze 4 vers 8; Leviticus 23 : 10, 11.
En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën, en de aarde beefde, en de rotsen scheurden, en de graven gingen open en vele lichamen der ontslapen heiligen werden opgewekt. (Matteüs 27 : 51, 52)

Het moge duidelijk zijn, dat broeder Jan Rothuizen ervan uitgaat, dat Mozes en Elia de twee getuigen zijn van Openbaring 11 en mochten we het daar niet mee eens zijn, dan hoeft dat helemaal geen reden te zijn om elkaar te bestrijden. Er zijn immers zoveel teksten in de Bijbel, waarover we verschillend kunnen denken. Zolang het niet over fundamentele geloofswaarheden gaat, moeten we elkaar de nodige ruimte gunnen.

Een volwassen christen heeft respect en waardering voor de mening van zijn/haar broeders en zusters en kan er meestal winst uit ontvangen, als hij/zij tracht in de gedachtengang van de ander te komen. Laten we vooral ruimhartige christenen blijven !


Vervolg Openbaring 11

Vervolg Openbaring 11: De twee getuigen


Zie (eventueel ) link naar Bijbel online boven aan de weblog.


Voor we nu verder gaan met de twee getuigen, moeten we iets zeggen over de periode van drie en een half jaar, ook aangegeven als twee en veertig maanden (11 vers 2) en eveneens als 1260 dagen (11 vers 3)


Een maand was in Israël 30 dagen lang; 42 maanden zijn dus 1260 dagen. Het gaat hier dus in alle drie gevallen om dezelfde tijdsduur.


In Openbaring 12 vers 14 wordt er gesproken over een tijd en tijden en een halve tijd: een tijd is hier één jaar; tijden zijn hier twee jaren, zodat met “een tijd, tijden en een halve tijd” ook drie en een half jaar wordt aangegeven.


De twee getuigen zullen drie en een half jaar getuigen.De vrouw van Openbaring 12 zal ook drie en een half jaar onderhouden worden in de woestijn. (12 vers 6 en 12 vers 14)


De periode van de grote verdrukking duurt zeven jaar, verdeeld in twee perioden van drie en een half jaar.Vanaf hoofdstuk 13 gaan we daar dieper op in, doch nu willen we eerst het boek Daniël opslaan, omdat Daniël ons enkele gegevens verstrekt, die we bij onze studie niet kunnen missen en deze gegevens gaan speciaal over deze twee keer drie en een half jaar.


We beginnen met Daniël 9 vers 24 en geven dit zo letterlijk mogelijk weer: “Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen en een einde te maken aan de zonde, de ongerechtigheid te verzoenen en om eeuwige gerechtigheid te brengen, het gezicht en de profetie te verzegelen en om de Allerheiligste te zalven”.


Uit de grondtekst blijkt, dat hier jaarweken (letterlijk “zevens”) worden bedoeld en deze tekst vertelt ons, dat er een totaalperiode van 490 jaar nodig is om het volk Israël weer met God te verzoenen en om alle profetieën en openbaringen te vervullen en om de Allerheiligste, de Messias, te zalven. Een jaarweek duurt zeven jaar. Alle plannen, die God met Israël heeft, zullen in 490 jaren vervuld zijn en de eindvervulling zal zijn op het moment, als de Messias gezalfd wordt en Hij het koningschap over Israël aanvaardt.


Deze 490 jaren zijn echter verdeeld in perioden, die de profeet ook verder aangeeft.
Daniël 9 : 25, 26. "Weet daarom en versta: vanaf het ogenblik, dat het bevel uitgaat om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen, tot Messias, de Vorst, zijn zeven weken en twee en zestig weken; de straten zullen hersteld worden en de muur, maar in veelbewogen tijden.
En na de twee en zestig weken zal Messias worden afgesneden, terwijl er niets tegen Hem is.

En het volk van de vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verwoesten, maar zijn einde zal zijn in een overstroming en tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen, waartoe vast besloten is".

Uit deze tekst leiden we het volgende af: Vanaf het bevel om Jeruzalem te herstellen tot de kruisiging van Christus, is zeven plus twee weken, dus 69 x 7 jaar of wel 483 jaar.

Die eerste periode van 7 jaarweken, dus 49 jaar, waren nodig om Jeruzalem te herbouwen en dan wordt Christus na 62 weken of wel 434 jaar afgesneden, gekruisigd. Samen 483 jaar.

Er blijft van de 70 jaarweken, van de 490 jaar, dus één jaarweek, dus zeven jaren, over.

Deze berekening houdt op op het ogenblik, dat Israël de Messias Jezus heeft verworpen en gekruisigd en vanaf dat ogenblik ligt er een bedekking over hun hart. Lees 2 Corinthiërs 3.

Het tijdperk tussen de verwerping en kruisiging van de Messias door de Joden en hun bekering in de eindtijd, is de periode van de gemeente uit alle volken, een tussenperiode.
Na de opname van de gemeente gaat de oude tijdrekening van Israël verder, want dan gaat God met Israël opnieuw beginnen.
De totale geschiedenis van het volk Israël, vanaf de ballingschap, omvat dus een periode van 490 jaar en na die 490 jaar zal het vrederijk beginnen.
483 jaren zijn vervuld en er komen dus nog 7 jaren of: 1 jaarweek.
De ontbrekende zeven jaren zijn de zeven jaren van de grote verdrukking en zij beginnen direct na de opname van de gemeente, want op dat ogenblik neemt God de draad weer op met Israël, zoals ook Paulus heel duidelijk heeft aangegeven in Romeinen 11, en wel in het bijzonder in de verzen 25 - 27.

We geven dit gedeelte weer uit de wat vrije vertaling in Het Boek: "Broeders, ik wil niet dat Gods plan met Israël voor u geheim blijft. Wees niet eigenwijs. Voorlopig moet een deel van de Israëlieten niets van Jezus Christus hebben. En dat duurt tot de grote massa uit de andere volken in Gods koninkrijk in ingegaan.
DAN ZAL HEEL ISRAEL GERED WORDEN. DAT STAAT OOK IN DE BOEKEN:
DE GROTE BEVRIJDER ZAL UIT SION KOMEN, OM HET KWAAD VAN ISRAEL WEG TE DOEN.
Dit is Mijn afspraak met hen: Ik zal hun zonden wegnemen".

Daniël 9 vers 27 voorzegt de komst van een volk en een vorst, namelijk de antichrist, die de stad Jeruzalem en het heiligdom zal verwoesten en zelf ten onder zal gaan.

De profeet Daniël

De profeet Daniël
Michelangelo

Daniël 9 vers 27 geeft nu de onthulling van de ontbrekende zeven jaren, waarmee de 490 jaar compleet zijn:“En hij zal gedurende een week een sterk verbond maken met velen. En in het midden van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden”.


Na hoofdstuk 12 zullen we hierop verder ingaan, maar het is goed nu reeds te vertellen, dat de grote verdrukking een periode is van zeven jaren en dat deze zeven jaren weer verdeeld worden in twee perioden van drie en een half jaar. In de eerste helft van de grote verdrukking zal de antichrist zijn macht opbouwen en in de tweede helft zal hij zijn ware aard tonen.


We gaan nu terug naar de twee getuigen, Mozes en Elia. Zij worden door God naar de aarde gezonden om met profeteren, met prediken, gevolgd door tekenen en wonderen, de Joden te overtuigen, dat Jezus de Messias is. Zij zullen geweldige tegenstand ontmoeten. Geen wonder, want wat zij doen, is geestelijke strijd op het hoogste niveau. Zoiets is nog nooit voorgekomen: de twee grootsten uit het oude verbond treden samen op !


Zij treden geheel anders op dan wij vandaag: wij mogen ons niet wreken op onze vijanden; in tegendeel, wij moeten bidden voor onze tegenstanders. Mozes en Elia zullen wél heel hard moeten optreden tegen de antichrist en zijn aanhangers. Zij worden namelijk ingeschakeld in de eindstrijd tijdens de dag van de Here God, het oordeel.


Zij doden hun aanvallers met hemelvuur en zij verhinderen de regen te vallen op het land van de tegenstanders en hun rivieren veranderen zij in bloed, zodat het onbruikbaar wordt. Met allerlei plagen worden de vijandige machten geslagen.Het lijkt ons duidelijk, dat Mozes en Elia niet alleen bij Israël zijn betrokken, maar dat hun macht zich ook uitstrekt over tenminste de omliggende landen, die Israël bedreigen, mogelijk zelfs ook over alle landen, die onder de antichrist staan. Dit is de totale geestelijke eindstrijd en nog nooit is de strijd tussen hemel en hel zo hevig geweest.



Vers 7.

En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden.


Ook in Openb.17 vers 8 wordt dit beest, dat uit de afgrond opkomt, genoemd. Dit beest is de antichrist.In hoofdstuk 13 zien we hem verschijnen. In het tweede gedeelte van Openbaring, dat met hoofdstuk 12 begint, krijgen we meer bijzonderheden over dit beest en dit is tevens weer een bewijs, dat hoofdstuk 4 tot en met 11 overeenkomt met hoofdstuk 12 tot 19. De antichrist komt uit de afgrond, nadat hij dodelijk gewond is en nadat hij in drie en een half jaar zijn macht heeft opgebouwd en uit dit gegeven kunnen we de tijd bepalen van het einde van Mozes en Elia.


Hun dood kan niet anders zijn dan tijdens de laatste drie en een half jaar van de grote verdrukking. De antichrist zal hen overwinnen en hen doden en daarmee zal hij menen, dat hij de strijd tegen God heeft gewonnen.


Hij maakt evenals satan dezelfde fout, want 1 Korintiërs 2 vers 8 zegt ons, dat satan nooit zou hebben meegewerkt aan de kruisiging van Christus, als hij geweten had, dat Christus juist door het kruis verlossing zou brengen.


Vers 8.
En hun lijk (zal liggen) op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd.

En uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet
.


De lijken van Mozes en Elia zullen liggen op een straat of mogelijk een plein van Jeruzalem, de stad waar ook hun Heer gekruisigd werd. Jeruzalem wordt hier echter ook Sodom en Egypte genoemd, want Jeruzalem wordt drie en een half jaar door de heidenen vertreden en zal in die tijd een bolwerk worden van zonde en wel speciaal de zonden van Sodem en Egypte, dé zonden van de eindtijd.


Ezechiël 16 is een profetie over het ontrouwe Jeruzalem, dat in ontucht leeft en het zelfs erger maakt dan Sodom. Daaruit maken we op, dat de homoseksualiteit in de eindtijd hoogtij zal vieren.


Ezechiël 22 en 23 spreken over de ontucht in de stad Jeruzalem en die zonde wordt in hoofdstuk 23 : 3, 8, 19 en 27 de zonde van Egypte genoemd, namelijk overspel, hoererij en seksuele uitspattingen.


Wij leven nu al in een maatschappij, waar de zedenloosheid wordt gepredikt als een vorm van ware vrijheid en het publiekelijk veroordelen van deze zonden kan zelfs bestraft worden als een vorm van discriminatie.


Sinds het einde van de tweede wereldoorlog is de openbare mening in ons land totaal veranderd, vooral wat het zedelijk leven betreft. De seksuele revolutie zet zich nog verder door.


Straks, als de antichrist komt, zullen de zonden van Sodom en Egypte tot een grote climax komen. De antichrist zal de heilige stad vertreden gedurende drie en een half jaar en hij zal Jeruzalem maken tot een middelpunt van zedeloosheid,
vandaar dat Jeruzalem hier Sodom en Egypte genoemd wordt.


Deze benaming zegt bovendien iets over de toestand van straks, als Mozes en Elia optreden. Zij zullen ongetwijfeld een felle strijd voeren tegen alle vormen van ontucht. Zij worden beiden gedood en hun levenloze lichamen liggen zo maar op straat.


De goddelozen zijn zo blij, dat zij deze profeten hebben uitgeschakeld, dat zij de hele wereld, waar maar televisie is, volop laten delen in hun overwinning en in gedachten zien we de reporters uit vele landen hun verslag uitbrengen voor de camera, met op de achtergrond de lijken van Mozes en Elia…



Jezus' opstanding

Jezus' opstanding
....Rabbouni...


Jezus werd bij Zijn opstanding met witte hemelse kleding bedekt. En waarom liet Elia zijn mantel vallen? Was dat ook niet, omdat hij met een hemels wit gewaad bedekt werd?
Stel je voor: twee, ten toon gestelde lijken komen op één moment tot leven en gaan op hun benen staan en als mijn veronderstellingen juist zijn, dat staan ze daar opeens in blinkende witte kleren voor een grote massa mensen, die achteruit wankelen van schrik…


Dan klinkt er een stem uit de hemel, een luide stem. Die stem galmt over Jeruzalem: Klimt hierheen op !Boven de plaats, waar de twee getuigen nu staan, verschijnt de heilige sjechina, de wolk, waarin God Zelf verschijnt !
Hij Zelf komt Zijn twee profeten ophalen, precies zoals Hij dat heeft gedaan bij de hemelvaart van Zijn Zoon….


In een oogwenk zijn Mozes en Elia opgenomen in heerlijkheid…



Vers 13. En te dien ure kwam er een grote aardbeving en een tiende deel der stad stortte in, en zevenduizend personen werden door de aardbeving gedood, en de overigen werden zeer bevreesd en gaven de God des hemels eer.


Nauwelijks zijn Mozes en Elia opgevaren naar de hemel, of een grote aardbeving schudt de stad Jeruzalem ! Muren storten neer, huizen vallen ineen; een grote ramp voltrekt zich en 7000 personen vinden de dood, zo maar in enkele ogenblikken ! Een merkwaardig getal, als we denken, dat in de tijd van Elia het ook om 7000 mensen ging. Dat waren degenen, die de knie niet voor Baäl hadden gebogen.


De mensen, die niet gedood werden, werden door vrees overvallen ! Geen wonder, als men dergelijke dingen meemaakt: de opstanding en hemelvaart van Mozes en Elia, een stem uit de hemel, een lichtende wolk, waarin de twee profeten verdwijnen en daarop een vreselijke aardbeving !


“Zij gaven de God van de hemel eer”.


Dit betekent allereerst, dat de mensen erkenden, dat God deze wonderen had bewerkt. Het zou ook kunnen betekenen, dat vele Joden zich tot God bekeerden, want het optreden van de twee getuigen is tijdens de grote verdrukking. Laten we niet vergeten, dat hoofdstuk 11 : 1 – 14 een parenthese is, een tussengevoegd verslag en verder zouden we ook kunnen veronderstellen, dat de Joden zich ook na de grote verdrukking nog tot God kunnen bekeren: God behandelt de Joden immers geheel anders dan de volkeren.Tijdens de oordelen bekeren de niet-Joden zich niet. Zij volharden in hun ongeloof (Zie hoofdstuk 9 vers 20 en 21.)


Openbaring 11 vers 15. En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende:
Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.



In hoofdstuk 10 vers 6 en 7 hebben we al gezien, dat het geheimenis van God voleindigd zou zijn, als de zevende engel zou bazuinen.


We kunnen dit alleen verstaan, als we inzien, dat hoofdstuk 4 tot en met 11 een eerste beschrijving geeft van de grote verdrukking en het oordeel en dat vanaf hoofdstuk 12 er een tweede beschrijving komt van de grote verdrukking en het oordeel, maar dan gezien vanuit een andere hoek.



Deze twee verslagen vullen elkaar aan en geven samen een volledig inzicht in wat er gaat gebeuren.Als de zevende engel de bazuin blaast, worden de zeven schalen van Gods toorn uitgegoten over de aarde (want dat is de inhoud van de zevende bazuin) en dat is tegelijk het einde van het oordeel en het begin van Jezus’ koninkrijk op aarde.


Bij het blazen van de zevende bazuin ziet Johannes over de inhoud van de bazuin heen naar het einde van de oordelen en hij hoort de aankondiging van Christus’ koningschap; later zal hij Christus zien komen als Koning.


Vers 14 is, na het tussenverslag over de twee getuigen, het vervolg van 10 vers 11. Openbaring 11 vers 14 zegt: “Het tweede wee is voorbijgegaan: zie, het derde wee komt spoedig”.


Het eerste en het tweede wee waren de vreselijke rampen van de vijfde en zesde bazuin. De zevende bazuin is het derde wee, maar de inhoud van dit derde wee –en dat moeten vanzelfsprekend ook vreselijke rampen zijn- zien we pas als de zeven schalen worden uitgegoten en dat begint vanaf hoofdstuk 15 vers 5.


Voor een goed verstaan geven we hier nog eens de indeling van het boek Openbaring:


Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 2 en 3. De zeven gemeenten.

Hoofdstuk 4 t/m 11. Het eerste verslag over de grote verdrukking en het oordeel.

Hoofdstuk 12 t/m 19 vers 6. Het tweede verslag over de grote verdruk- king en het oordeel.

Hoofdstuk 19 vers 6 t/m 22 vers 5. De wederkomst van Christus op aar de, de ondergang van de antichrist en zijn profeet.
Het duizendjarig rijk, het laatste oordeel en de nieuwe he mel en aarde.

Hoofdstuk 22 vers 6 – 21. Slot.



Wil je met Openbaring goed vertrouwd raken, neem dan ook de tijd om eens, al bladerend in Openbaring, deze indeling te bestuderen.


De luide stemmen in de hemel verkondigen, dat Christus Koning is over de wereld en Hij zal als Koning heersen tot in alle eeuwigheden.


Deze uitdrukking “tot in alle eeuwigheden” geeft ons veel stof tot nadenken. Deze uitdrukking komt 14 keer voor in de Bijbel: één keer in het Oude Testament, namelijk in Jesaja 34 vers 10 en één keer in de brief van Judas, namelijk in Judas 1 vers 25; verder 12 keer in Openbaring.


Een eeuwigheid is een tijdperk en als we achterom zien, kunnen we constateren, dat er al heel wat eeuwigheden achter ons liggen:


Het tijdperk zonder begin, dus vóór de schepping, zouden we de eerste aioon of eeuwigheid kunnen noemen.


De tweede eeuwigheid is vanaf de schepping van hemel en aarde tot de val van Lucifer, waardoor de aarde woest en ledig werd.Hoelang deze eeuwigheid heeft geduurd, kan niemand berekenen, maar het is zeker niet verkeerd om te denken aan een zeer lang tijdperk.


In de tijdrekening van God is de 6000 jaar vanaf Adam tot nu slechts een korte ademtocht en daarom is het goed te weten, dat wij met Christus zullen regeren tot in alle eeuwigheden (Openbaring 1 : 6 en 22 : 5) Als we dat beseffen, zullen we zeker meer rekening houden met onze eeuwige bestemming en de tijdelijke dingen niet laten prevaleren boven de eeuwige.


Het koningschap van Christus over de wereld, dat staat er uitdrukkelijk, en dat houdt in, dat de nieuwe wereld er tot in alle eeuwigheden zal zijn.


Openbaring 11 : 16, 17, 18.

En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God,

zeggende:
Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard;

en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verd
erven.



De vier en twintig oudsten zijn de opgenomen overwinnaars uit elke stam en taal en volk en natie. Openbaring 5 : 9 en 10. Zij blijven een bijzondere plaats innemen rondom de troon van God en laten we niet vergeten, dat dit ook de plaats is, die God in Zijn genade heeft bestemd voor jou en voor mij !


De 24 oudsten werpen zich op hun aangezicht voor de troon en hun dankzegging gaat uit naar God de Vader en Zijn Zoon, omdat God het koningschap over de wereld heeft aanvaard en er een einde is gekomen aan de goddeloosheid van de volkeren. De tijd van het oordeel over de doden is gekomen en God maakt een eind aan alle ongerechtigheid.


Nu is ook de tijd gekomen om de beloning te geven aan Gods knechten, profeten, heiligen en aan allen, die Gods naam vrezen, zowel groot als klein.


Dit is de eigenlijke afsluiting van dit eerste deel. Als Openbaring verder geen vervolg zou hebben gehad, dan zouden we toch een goed begrip kunnen vormen van wat er allemaal gaat gebeuren in de toekomst.God wil ons echter nog ruimer inzicht geven en in de volgende hoofdstukken laat de Heer meer in detail zien, wat er nog meer gaat gebeuren op aarde.


Vers 19.

En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel, en er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en aardbeving en zware hagel.


Dit is het laatste, wat Johannes hier ziet en hoort. Dit eerste verslag wordt nu afgesloten.Hij ziet nu hoe de tempel van God in de hemel opengaat en de ark van Gods verbond zichtbaar wordt.Nu zijn de tempel en de ark van God voor de wereld verborgen, maar God houdt zich aan Zijn verbond en zal zich straks openbaren, ook al wordt dit bereikt door de oordelen heen.

In de volgende hoofdstukken zullen we meer horen over de gemeente in de eindtijd, de grote verdrukking, de antichrist en de valse profeet.Vóór straks de oordelen opnieuw worden beschreven en de zeven schalen worden uitgegoten, keert dit tafereel van vers 19 terug in hoofdstuk 15 : 5 – 8 en wordt het oordeel opnieuw beschreven.



-



Week 18/19:



Openbaring 12: De vrouw, de draak en de twee beesten.


Zie bovenaan weblog voor (eventueel) link naar Bijbel Online



Week18/19. Openbaring 12. De vrouw en de draak.




Vers 1 t/m 6. En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde.




En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden.


En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon.


En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden.



Hoofdstuk 12 is een volkomen nieuw begin en Johannes krijgt nu de toekomst te zien vanuit een geheel ander gezichtspunt en zodoende wordt aangevuld, wat er in hoofdstuk 4 t/m 11 reeds is geopenbaard.




Veel Bijbelleraren, die een nieuw boek over Openbaring in handen krijgen, beoordelen veelal zo’n boek op hoofdstuk 12 en op hoofdstuk 6.




We moeten Openbaring 12 goed verstaan, want dat is bepalend voor het verstaan van de daarop volgende hoofdstukken.


Het grote probleem hier is de vraag, wie deze vrouw is en om een antwoord op deze vraag te geven, zullen we eerst moeten aangeven,
wie deze vrouw niet is.



De uitleg, dat deze vrouw Maria voorstelt, kan eenvoudigweg niet goed zijn, want:

1. Er is hier sprake van een teken, een symbool, en dit teken kan geen letterlijke persoon zijn, omdat het een geestelijke waarheid, een principe uitbeeldt, anders zou het geen teken, geen zinnebeeld, zijn.

2. Maria was ook niet zo bekleed als deze vrouw.

3. Christus werd na Zijn geboorte niet weggerukt. Hij ontkwam ook niet, maar werd gekruisigd.

4. Maria vluchtte niet naar de woestijn na de hemelvaart van Christus.

Met deze vrouw kan dus Maria niet bedoeld zijn !




Is deze vrouw dan Israël óf de gemeente, óf is er nog een andere mogelijkheid?




De sleutel tot het oplossen van deze vraag vinden we in de tekst zelf, als we eerst de gegevens over de grote, rossige draak hebben bestudeerd. Deze draak wordt in Openbaring 12 vers 9 en 20 vers 2 met vier namen benoemd, namelijk: 1. De draak. 2. De oude slang. 3. De duivel en 4. De satan.

In 12 vers 3 staat, dat deze grote rossige draak zeven koppen heeft, die alle zeven gekroond zijn en verder heeft hij tien horens, die hier (nog) niet gekroond zijn. De profetische betekenis van deze zeven gekroonde koppen is –en daar zijn de meeste leraren het over eens- als volgt:


De zeven koppen zijn de zeven achtereenvolgende wereldrijken, waarover de satan heerschappij heeft gevoerd.De kronen op de zeven koppen geven dit aan: zij geven de regeermacht van de duivel aan.
Deze zeven successievelijke wereldmachten zijn:1. Egypte. 2. Assyrië. 3. Babylon. 4. Medisch-Perzië. 5. Griekenland. 6. Rome en 7. Het rijk van de antichrist.


Let wel: alle zeven koppen zijn gekroond en dat betekent, dat de draak begonnen is met zijn verderfelijke wereldmacht in Egypte. Toen werd de eerste kop gekroond en in de loop van de eeuwen zijn de volgende wereldrijken gekomen en deze koppen zijn ook achtereenvolgens gekroond en de laatste kroon zegt, dat we nu in hoofdstuk 12 de toestand zien, zoals die zal zijn gedurende de opkomst van de antichrist vlak voor de grote
verdrukking, want de zevende kroon is de kroon van de antichrist.


Deze draak wordt als een teken, een zinnebeeld, gezien en hij vertegenwoordigt alle Gode-vijandige wereldmachten vanaf het begin, vanaf Kaïn en verder alle eeuwen door, tot vlak voor de grote verdrukking, want tijdens de grote verdrukking worden de tien horens gekroond en dat zijn de tien “koningen”, die samen een korte tijd met de antichrist zullen regeren tijdens de grote verdrukking. Zie 13 vers 1 en 17 vers 12.

De grote rossige draak is dus de duivel. De kronen zijn het zinnebeeld van de God-vijandige wereldmachten, de goddeloze wereld. Deze wereld was in de oudheid beperkt tot de toen bekende landen, de landen rondom de Middellandse Zee en het Midden Oosten.

Wat nu voor de draak geldt, geldt eveneens voor de vrouw, want zij is het zinnebeeld van het geloof, van het koninkrijk van God, van de gemeente, van de kinderen van God, vanaf Abel door de gehele geschiedenis van de Godsopenbaring van Oude- en Nieuwe Testament tot aan de opname.


Als we het eenvoudig houden, kunnen we zeggen: de vrouw is het volk van God vanaf Abel tot heden en de draak is de duivelse wereldmacht vanaf Kaïn tot heden.


Nog eenvoudiger: de vrouw symboliseert het ware geloof vanaf het begin en de draak symboliseert de zondige, duivelse macht vanaf het begin.We noemden hier Abel en Kaïn, omdat zij de eerste sprekende voorbeelden zijn van geloof en ongeloof.

Kaïn en Abel, Kubisme




Het eigenlijke begin is het moment, dat God vijandschap zette tussen de slang en de vrouw. Genesis 3 vers 15.In hoofdstuk 12 gaat het ook over de slang en de vrouw !


We gaan nu de tekst nader bezien: Johannes ziet een groot teken in de hemel: een vrouw met de zon bekleed, de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd.Jezus is de Zon der gerechtigheid volgens Maleachi 4 vers 2 en wij zijn met Hem bekleed volgens Galaten 3 vers 27.Jij en ik zijn dus bekleed met de Zon der gerechtigheid, Jezus Christus.

Noot:
Over Maleachi 4: Je zult dit hoofdstuk in de Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) niet vinden.
Maleachi: 4: 1- 6 in NBG + St.V = 3: 19 - 24 in NBV. Hangt waarschijnlijk samen met oude Hebreeuwse handschriften,waarop de vertaling gebaseerd is..


Deze vrouw heeft de maan onder haar voeten en dit geeft het karakter aan van haar wandel in het geloof, zij wordt namelijk door de Heilige Geest geleid en wandelt in de Geest.De maan ontvangt haar licht van de zon en zo is het ook met de Heilige Geest, want de Heilige Geest is afhankelijk van Jezus Christus, de zon der gerechtigheid. De Geest brengt het licht van Christus in ons leven en al dit werk van de Heilige Geest in ons vindt zijn oorsprong in Christus.






De taak van de Heilige Geest is het werk van Christus toepassen en vervullen, zoals de maan het licht doorgeeft, dat zij van de zon ontvangt. Johannes 14, 15 en 16 laten ons dat duidelijk zien.


Zij heeft ook een krans, een kroon van twaalf sterren op haar hoofd. In deze twaalf sterren zien we de twaalf stammen van Israël en de twaalf apostelen van het Lam. In het Oude Testament zien we het geloof werken in het in het volk van Israël, de twaalf stammen, en in het Nieuwe Testament werkt het geloof door de gemeente, die gefundeerd is door de twaalf apostelen van het Lam.

Leonardo da Vinci

Leonardo da Vinci
Het laatste avondmaal, muurschildering



Tot ieder van de zeven gemeenten zegt Jezus: Hij, die overwint…Deze vrouw heeft als symbool de kentekenen van een overwinnend christen, want een overwinnaar leeft uit Christus in het geloof en wandelt in de Heilige Geest.De kroon geeft de overwinning aan en de sterren verwijzen naar een leven uit de volheid van de gehele Schrift, het oude en nieuwe verbond.



Week 19: vervolg Openbaring 12 : De Vrouw en de draak
Als we Hebreeën 11 rustig doorlezen, moeten we wel tot de conclusie komen, dat het geloof vanaf Abel in principe eender van karakter is als ons geloof vandaag. Deze vrouw laat dit zien en dat de heiligen van het oude verbond nog onkundig waren van die dingen, die later met de verschijning van Jezus Christus ons zijn geopenbaard, doet niets af van het feit, dat hun geloof in wezen gelijk was aan het onze.


Hebreeën 11 en vooral vers 1 en 2 leggen dit dan ook uit en deze beschrijving van het geloof is voor ons allen van kracht. Vers 39 en 40 zeggen duidelijk, dat Israël en de gemeente niet zonder elkaar kunnen.



Vers 2: en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren.


Vanaf de zondeval tot heden hebben alle gelovigen, die een overwinningsleven willen leiden, strijd gehad, de strijd van het geloof en in het Oude en Nieuwe Testament lezen we verhalen over mannen en vrouwen, die veel geestelijke strijd hadden te voeren als gevolg van het feit, dat zij in alles God wilden gehoorzamen: zij leefden uit het geloof en dat bracht geloofsstrijd mee.


Denk eens aan Noach, Abraham, Samuël, Daniël en zijn vrienden en verder Johannes de Doper of Paulus.

Christenen stierven in de arena...

Christenen stierven in de arena...
Vele, vele, zeer vele martelaren hebben in de geestelijke strijd hun leven over gehad voor het geloof in God en Jezus Christus.


Deze vrouw heeft door de eeuwen heen altijd weeën gehad, of anders gezegd: de geloofsgemeenschap van Oude en Nieuwe Testament wordt gekenmerkt door innerlijke- en uiterlijke geloofsstrijd op allerlei wijze en in allerlei vormen, zoals ook ieder gelovige dit beleeft.


Galaten 4 vers 19 zegt, dat Paulus, de vroegere Saulus, weeën moet doorstaan ter wille van zijn kinderen, die hij zo graag tot een overwinnend leven wil leiden.

Saulus, de latere Paulus.. (Caravaggio, 1600)

Saulus, de latere Paulus.. (Caravaggio, 1600)
We kunnen nog verder gaan en dan zien we in de gehele kerkgeschiedenis, dat de kerk altijd geestelijk in beroering is geweest en dat velen alles hebben gegeven voor hun geloof.
2 Timotheüs 3 vers 12. Allen die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen worden vervolgd.Dat wil zeggen: ze zullen zware geestelijke strijd kennen, ofwel: geestelijke weeën hebben.


Deze visie slaat speciaal op de toestand van de gemeente en de gelovigen in de eindtijd, de tijd voor de opname.Als wij vandaag om ons heen zien, dan zien we in ons vaderland en in heel Europa een afschuwelijke afval, die begonnen is na de tweede wereldoorlog.


Zeer velen hebben het geloof vaarwel gezegd en binnen vele kerken zien we dat openlijk het Woord van God, als de enige bron voor leer en leven, wordt losgelaten. Om maar enkele dingen te noemen : men gelooft niet meer in de maagdelijke geboorte, de opstanding of de hemelvaart en evenmin in de wonderen van de Bijbel.


Daartegenover hebben degenen, die Jezus in alles willen volgen, een zware strijd, want zij zijn het, die omwille van het koninkrijk van God barensweeën doorstaan, om de gemeente te leiden in de geestelijke overwinning en om de afval buiten de deur te houden. Ook in onze gemeenten zien we helaas afval en zonde !


Met recht kunnen we zeggen, dat de gemeente van Christus vandaag in grote nood is en dit geldt speciaal de landen, die in de oudheid bekend waren, de oude wereld, de wereld van de Bijbel, terwijl er in andere delen van de wereld grote geestelijke opleving is.


Stichting Open Doors houdt zich bezig met Bijbelverspreiding onder vervolgde christenen in onder andere de Arabische landen.

Open Doors

Klik hier voor informatie over Open Doors


http://www.opendoors.nl

Vers 3 en 4a.


En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen.

En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde.

Deze draak is rossig, heeft een rode kleur, de kleur van bloed. Johannes typeert hem als volgt: “Hij was een mensenmoorder van de beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid”. Johannes 8 vers 44.


Zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mee en wierp die op aarde. Over het algemeen is men het er over eens, dat satan bij zijn val een derde van de engelen op zijn hand heeft gehad en dit zien we hier: hij sleept ze mee in zijn val.



Bij zijn val is hij ter aarde neergestoten en met deze gevallen engelen heeft hij de aarde bezet. Wij hebben geen strijd tegen vlees en bloed, maar tegen de machten der duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Efeziërs 6 vers 12.

Er is echter nog een andere uitleg mogelijk: een ster kan inderdaad een gevallen engel zijn, zoals we in 9 vers 1 al hebben gezien, maar evengoed kan met een ster een leider van de gemeente worden bedoeld, zoals in 1 vers 20.



In dat geval zou met onze tekst de grote afval in de tijd voor de opname kunnen worden bedoeld.


De macht van de boze zit in zijn staart en met deze symboliek worden we herinnerd aan het feit, dat Christus de kop van de slang heeft vermorzeld.
Zoals een schorpioen macht heeft in zijn staart met de giftige angel, zo is het ook met de boze: met het gif van ongeloof en twijfel tracht hij de gelovigen, die vanuit de troon van God behoren te leven, te verleiden en op de aarde neer te werpen. Zie ook Openbaring 9 vers 19.



Vers 4b en 5. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon.


De draak en de vrouw hebben strijd gevoerd vanaf de zondeval. Genesis 3 vers 15.
Door alle eeuwen heen hebben de kinderen van God een geloofsstrijd gestreden. De grote geloofshelden van het Oude Testament worden beschreven in Hebreeën 11: “Door het geloof…..enz.”


Nicolas Poussin - 1594 - 1665)

Nicolas Poussin - 1594 - 1665)
Jozua strijdt tegen de Amalekieten. Op de achtergrond een biddende Mozes met Aäron en Hur
Zij hebben er alles voor over gehad om God te gehoorzamen en voor Hem te strijden.

In het Nieuwe Testament en de kerkgeschiedenis gaat deze strijd voort en speciaal in de eindtijd, vlak voor de opname komt deze strijd tot dé climax: de vrouw baart een zoon !



Dit is profetie en er wordt hier in beelden gesproken. Als we dit beeld “vertalen”, dan betekent dit, dat in de laatste dagen voor de opname er een groep overwinnaars uit de gemeente geopenbaard zal worden: mannen en vrouwen, die meer dan ooit uit het geloof leven, de volheid van God openbaren, de strijd met de boze aandurven en het zuivere Bijbelse geloof blijven vasthouden te midden van een afvallig christendom. Geen wonder, dat de haat van de duivel speciaal gericht is tegen de overwinnaars: hij zou ze wel willen verslinden !


Nu de opname niet lang meer zal uitblijven, zien we ook vandaag een scheiding van geesten: wie vuil is wordt nog vuiler en wie heilig is, wordt nog meer geheiligd.


De geestelijke afstand tussen de overwinnaars en de verslapte christenen wordt steeds groter. De liefde van de meesten is bekoeld, zoals de Heer heeft voorzegd. We zien, hoe de wereld ook binnensluipt in evangelische gemeenten en helaas is soms al aan de kleding te zien, hoe ver men met de wereld mee gaat ! (…sorry voor de jongeren voor wie dit niet geldt… !!)


Om terug te komen op de tekst in vers 2 : De gemeente is in barensnood ! De vrouw baart een zoon, die alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf .

Wie is dan die zoon? Dat is toch Jezus? In Psalm 2 wordt inderdaad duidelijk aangegeven, dat de Messias, de Christus, zo zal regeren. Die zoon is dus inderdaad Jezus !



Openbaring 2 : 26 en 27 geven heel duidelijk aan, wie met deze zoon nog meer bedoeld worden: “En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb en Ik zal hem de morgenster geven”.


Jezus Christus zelf is de eerste onder de overwinnaars; Hij is ook de eersteling onder de eerstelingen ! De vrouw, de gemeente, het christendom, baart een groep overwinnaars in het geloof en deze gelovigen zullen als Henoch worden opgenomen, vlak voor de grote verdrukking:


“En haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en Zijn troon”.


Natuurlijk wordt nu onmiddellijk de vraag gesteld: maar worden dan niet alle kinderen van God in één moment opgenomen? Veel predikers hebben daar geen moeite mee: Christus komt om Zijn gehele gemeente op te nemen. Iedereen gaat mee!
Maar: de vrouw blijft achter ! Verder in dit hoofdstuk wordt de vrouw vervolgd door de draak: de vrouw gaat door de grote verdrukking, zij was niet gereed !


...de Heer tegemoet...


De overwinnaars hebben zich wel aan de waarschuwing van Jezus gehouden: “Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles, wat geschieden zal en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen”. Lukas 21 vers 36.


Wie dit Schriftgedeelte ernstig bestudeert, wordt vanzelfsprekend gedrongen tot een heilige wandel en een innige gemeenschap met de Heer Jezus. Zonder heiligmaking zal immers niemand God zien !



Openbaring 12 vers 6: “En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar 1260 dagen onderhouden zal worden”.


Openbaring 12 is het tweede getuigenis van wat we al hebben gezien in Openbaring 6 . De opgenomen overwinnaars zien we in Openbaring 4 en 5 rondom de troon, gesymboliseerd in de vier en twintig oudsten op hun tronen.



Na de opname gaat Christus het oordeel uitvoeren, maar niet nadat Hij als de ruiter op het witte paard een grote opwekking zal gebracht hebben onder achtergeblevenen.
..


..de ruiter op het witte paard...


1260 dagen lang, de eerste drie en een half jaar na de opname, zal het Evangelie nog gebracht kunnen worden tijdens de opkomst van de antichrist, die pas ná de drie en een half jaar zijn volle macht zal kunnen uitoefenen. Die periode bewaart God Zijn kinderen, zij het onder moeilijke omstandigheden, wat met de woestijn wordt aangeduid.


Vooral het feit, dat de overwinnaars er niet meer zijn, is een enorme verzwakking voor de vrouw.


De overwinnaars streefden er naar uit de volheid van de Heilige Geest te leven en waren als het ware de ruggengraat van de gemeente. De overwinnaars leefden vanuit de hemelse gewesten. Efeziërs 2 vers 6.
Daarentegen vlucht de vrouw op aarde naar een dorre woestijn. Wat zullen de achtergeblevenen het moeilijk krijgen !

De strijd van de engel Michaël

De strijd van de engel Michaël
Week 20/21: Vervolg De Vrouw en de Draak

Aartsengel Michaël

Aartsengel Michaël
Openbaring 12 : 7, 8 en 9.


En er kwam oorlog in de hemel; Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog,

maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden.

En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.


Dit gedeelte is niet eenvoudig, maar we komen er uit als we de Schrift laten spreken.


We weten uit Jesaja 14 en Ezechiël 28, dat satan oorspronkelijk een machtige cherub was, die een zeer hoge positie bekleedde in de besturing van de schepping.Deze hoofdstukken leren ons ook, dat deze cherub, Lucifer genaamd, hoogmoedig werd en geprobeerd heeft om God van de troon te stoten om zelf Gods plaats in te nemen.De naam Lucifer is de latijnse vertaling van het Griekse phosphoros, wat lichtbrenger of morgenster betekent. Zie Jesaja 14 vers 12.


Na zijn opstand is hij ter aarde neergeworpen en werd de engel van het licht door zijn zonde tot vorst der duisternis, die nu satan, tegenstander, genoemd wordt.Toen hij op aarde geworpen werd, werd de aarde woest en ledig en in diepe duisternis gehuld. In Genesis 1 vers 2 staat, dat de aarde woest en ledig was (hebr: hyah).Op de meeste andere plaatsen wordt hayah vertaald met werd.


Genesis 1 beschrijft dan verder, hoe God deze chaos herschiep tot een wereld, waarin licht en duisternis elkaar aflossen, een wereld, waarin God binnentreedt om satan te bestrijden.


God wil deze wereld terugwinnen door de mens, die hij de opdracht geeft de aarde te onderwerpen ; onderwerpen doet men alleen een tegenstander: De mens is door God aangewezen om de satan zijn macht te ontnemen.


Door de zondeval werd dit de mens onmogelijk, maar door Gods genade heeft Jezus deze opdracht vervuld aan het kruis.

God's genade vervuld aan het kruis...

God's genade vervuld aan het kruis...
Nu blijkt uit de Schrift, dat satan toch nog toegang tot de hemel had. Hij had immers oorspronkelijk een plaats in Gods regering en zolang hij niet volkomen verwijderd is, had hij toch nog een zeker recht op deze zetel.Zo moeten we Job 1 en 2 lezen: in een vergadering van de regeringsraad van God verschijnt ook satan.

Job op de proef gesteld...

Job op de proef gesteld...
Ook blijkt de satan nu nog in staat te zijn de gelovigen aan te klagen bij God. Openbaring 12 vers 10.


In Lukas 11 wordt ons verhaald, dat de discipelen na hun evangelisatietocht bij Jezus terugkwamen en dan zegt de Heer: “Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”, en natuurlijk mogen we dit zien als een profetisch gezicht, dat Jezus toen reeds zag, wat hier in Openbaring 12 beschreven wordt. Maar er is meer: de discipelen brachten de overwinning van het Evangelie en zo werd satan overwonnen. Hun actie was een directe aanval op de macht van de duivel.


Hoe belangrijk is het om te gaan evangeliseren, hoewel ook: hoe moeilijk!
Laat je niet weerhouden om dit te doen. Elke stap in die richting is een strijd in de hemelse gewesten ! Weet, dat die strijd door jouw evangelisatie niet vergeefs is
!!

Youth for Christ - poster

Youth for Christ  -  poster


Verder betekent deze tekst ook, dat satan “als de bliksem uit de hemel kwam” om de discipelen in hun zegvierende evangelisatie-acties tegen te werken. De discipelen braken het rijk van de boze af, zoals hij nog nooit had meegemaakt, vandaar, dat satan de leiding gaat nemen in het tegenoffensief !


Satan kon zijn rechten laten gelden, totdat zijn plaats zou zijn ingenomen door iemand, die hem overwonnen heeft. Door de plotselinge opname van de overwinnaars moet satan zijn zetel afstaan aan de triomferende gemeente en daarom ontstaat er oorlog in de hemel.


De gemeente van de overwinnaars gaat met Christus als koningen en priesters regeren tot in alle eeuwigheden.


De vrouw heeft het mannelijk wezen gebaard en we hebben gezien, dat dit de overwinnaars zijn uit de gemeente. Zij hebben deel aan de opname gekregen en in het eerste hemelse verslag vanaf hoofdstuk 4 zien we deze opgenomen gemeente op vier en twintig tronen rondom de troon van God.Als we beseffen voor welke hoge positie we bestemd zijn, zullen we meer dan ooit streven naar heilig leven in gemeenschap met Jezus, want deze koninklijke waardigheid is niet voor de vrouw, die achterblijft, maar voor de overwinnaars, die plotseling worden opgenomen!


Zij getuigen er dan ook van in Openbaring 5 vers 10: Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.
Lees ook de volgende teksten: Romeinen 5 vers 17, 2 Timoteüs 2 vers 12, Openbaring 20 vers 6 en 22 vers 5.


Michaël en zijn engelen behalen de overwinning op de draak, op satan en zijn volgelingen, de gevallen engelen, de demonen.Michaël is de opperbevelhebber over de hemelse heirlegers. Hij was het ook, die Daniël te hulp kwam in zijn geestelijke strijd. Daniël 10 : 13 – 21. Ook in de eindtijd zal Michaël opstaan om het volk Israël te helpen in hun benauwdheid. Daniël 12 vers 1 en 2. Michaël heeft ook met satan gestreden om het lichaam van Mozes. Judas 1 vers 9. Michaël betekent: Wie is als God?Michaël en zijn heilige engelen zuiveren voorgoed de hemel en de opgenomen gemeente neemt de plaats van satan in.


Dit roept soms de vraag op: ja maar, ik begrijp niet, hoe dat zit. Als nu iemand overlijdt, dan komt hij toch niet in een hemel, waar hij nu nog satan zou tegenkomen !


Als antwoord zou ik willen zeggen: gelovigen, die in de Heer sterven, gaan naar het paradijs om vanaf dat moment voor altijd in de tegenwoordigheid van de Heer te zijn. Satan heeft daar beslist geen toegang.


Wat zich hier afspeelt, kunnen we dan ook niet geheel uitleggen, maar er wordt ons meegedeeld, dat de hemel voorgoed gezuiverd wordt van alle boze machten, die toch nog op een of andere wijze toegang tot Gods regeringscentrum hadden.


Vast staat, dat de draak met zijn engelen nu op de aarde geworpen wordt en hij heeft nu voor eeuwig zijn rechten verloren. Dit is het begin van de totale ondergang.

Openbaring 12 : 10, 11 en 12:
En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen:
Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.

En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood.

Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.
Dit is het antwoord uit de hemel op de zuivering van de hemel. Nu satan uit de hemel is geworpen, is er geen enkele belemmering meer voor Christus om met Zijn gemeente het koningschap te gaan uitvoeren. Tot zo lang was het mogelijk voor de draak om de kinderen van God aan te klagen, te beschuldigen.


Als een gelovige in zonde valt of leeft, zal hij door satan worden aangeklaagd bij God ! Een reden om heilig te leven, zodat deze slang ons niet kan gebruiken om het geloof bespottelijk te maken !


Een luide stem schalt nu door de hemel en kondigt het koningschap van God en Zijn Messias aan. God en Christus gaan nu de aarde vervullen met de heerlijkheid van God, want de aanklager, de draak, die de aarde tijdelijk in bezit had genomen, is nu al zijn macht kwijt.


De opgenomen gemeente deelt in deze overwinning, want zij hebben de boze weerstaan en hem overwonnen door het bloed van het Lam en door hun getuigenis,hetgeen velen het leven heeft gekost. Daarom is er feest in de hemel ! Wee de aarde en de zee, want nu zal de duivel voor zijn totale veroordeling zijn grote grimmigheid botvieren !


Op aarde is de verzwakte vrouw overgebleven na de opname van haar zoon. Satan zal alles doen om haar op een vreselijke wijze om te brengen. Hij weet, dat zijn einde spoedig nadert !



Openbaring 12 vers 13. En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had.

Het zal voor ieder duidelijk zijn, dat hier de grote verdrukking begint en uit hoofdstuk 6 : 9-11 hebben we begrepen, dat de zielen onder het altaar de martelaren zijn, die door de draak en zijn antichrist zijn gedood. In hoofdstuk 7 blijkt dit een schare te zijn, die niemand tellen kan en dan wordt er duidelijk bij gezegd, dat deze martelaren gedood zijn tijdens de grote verdrukking.
Als we nu hoofdstuk 6 en 12 naast elkaar leggen, krijgen we het totaalbeeld, want zij vullen elkaar aan.



Vers 14.
En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd.



In Exodus 19 vers 4 zegt God tot Israël, dat Hij hen heeft beschermd en geleid en hen “op adelaarsvleugels gedragen heeft”. In Deuteronomium 32 vers 11 en 12 zegt God, dat Hij Israël geleid heeft door hen als een adelaar op zijn vlerken te dragen en in Jesaja 40 vers 31 lezen we, dat wie de Here verwachten zullen opvaren met vleugelen als arenden.





Adelaar of arend

Adelaar of arend
De vrouw krijgt de twee vleugels van de grote arend en de profetische betekenis is allereerst, dat God bescherming, leiding en ontsnapping geeft. Een volledige uitleg van vers 14 is heel moeilijk te geven. Die verklaring is er eenvoudigweg niet, maar de volgende veronderstelling kan als een mogelijkheid dienen.


Zodra het mannelijke kind wordt opgenomen, is de vrouw, de achtergebleven gemeente, in grote nood, want deze achtergebleven christenen weten nu, dat zij door de grote verdrukking moeten ! Er komt dan een wereldwijde grote opwekking en niemand minder dan Jezus Christus heeft hierin de leiding, ons in 6 vers 1 en 2 getekend als de ruiter op het witte paard.


We mogen ervan uitgaan, dat de antichrist drie en een half jaar nodig heeft om de volledige macht in handen te krijgen en de achtergeblevenen hebben dus nog een mogelijkheid om uit Europa en het Midden Oosten te emigreren naar andere werelddelen.


De vrouw is de verzwakte, achtergebleven gemeente, maar zij kan nu nog ontsnappen en velen zullen dan ook het territorium van de antichrist verlaten, zoals ook vele Joden Duitsland verlieten tijdens de opkomst van Hitler.

Davidsster

Davidsster


Zij, die vertrekken naar de woestijn, zijn voorlopig drie en een half jaar buiten het bereik van de draak. In de oudheid hield de wereld op bij de woestijnen. Onbekend gebied werd met “woestijn” aangeduid.



Noord en Zuid-Amerika, Australië en het grootste deel van Afrika en eveneens Oost Azië waren werelddelen, waarvan men toen het bestaan niet kende en die worden mogelijk hier bedoeld. Het blijft echter een veronderstelling.



Vers 15. En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren.


Wat betekent deze stroom?
In de profetie wordt met “stroom”, met “wateren” en soms met “rivier” de optrekkende Gode-vijandige legers aangeduid.
Jeremia 47 vers 2.” Zo zegt de Here: Zie, wateren komen opzetten uit het Noorden en worden tot een overstromende beek”.
De volgende teksten beschrijven dan een sterk leger.

Jeremia 46 vers 8.
Egypte komt opzetten als de Nijl, terwijl de wateren bruisen als rivieren, en zegt: Oprukken zal ik, ik zal de aarde overdekken, ik zal verdelgen steden met inwoners en al!

Vers 15 betekent dus, dat satan de vluchtende gelovigen zal achtervolgen met oorlogsgeweld.
Dit wordt bevestigd in vers 17.

Vers 16. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen.


Wij weten niet, wat er nu precies gaat gebeuren. Wel mogen we vaststellen, dat het leger van de draak, de stroom, op bovennatuurlijke wijze zal ondergaan, zoals Korach, Dathan en Abiram met de hunnen werden verzwolgen door de geopende aarde. Numeri 16 : 31 – 33.

Vers 17.
En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben.



Een groot aantal gelovigen is dus voorlopig veilig buiten het bereik van de draak. Het gaat hier nog steeds over de duivelse activiteiten van de draak en nog niet over de antichrist, die pas in het volgende hoofdstuk verschijnt.



De duivel begint nu een grote geestelijke oorlog tegen allen, die de geboden van God bewaren en daar worden zeker ook de gelovige Joden mee bedoeld en niet alleen de achtergebleven gemeente.



Vers 18. “En hij bleef staan op het zand der zee”.

Als deze tekst op de draak slaat, betekent het, dat de boze zich opstelt te midden van de volkeren. Veel latere handschriften hebben dit vers als inleiding op hoofdstuk 13 en dan luidt het als volgt: En ik stond op het strand van de zee en ik zag uit de zee een beest opkomen”.



De meeste Engelse vertalingen hebben vers 18 bij hoofdstuk 13 gevoegd.



Hoofdstuk 12
tekent ons vooral de strijd tussen licht en duisternis, tussen geloof en ongeloof, tussen God en de satan.
Het gehele hoofdstuk is in een profetische taal gegeven.
De volgende hoofdstukken zijn echter meer realistisch en tonen ons meer bijzonderheden van de grote verdrukking.







Openbaring 13 : De verschijning van de antichrist
Vers 1.
En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering
.


Met de antichrist wordt de grote vijand van Christus bedoeld en tevergeefs zul je deze naam tegenkomen in Openbaring of in een van de andere boeken van het Nieuwe Testament, behalve in de eerste en tweede brief van Johannes. Deze teksten zijn de volgende:


1 Johannes 2 : 18.
Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een
antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan, en daaraan onderkennen wij, dat het de laatste ure is.


1 Johannes 2 : 22.
Wie is de leugenaar dan wie loochent, dat Jezus de Christus is? Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent
.


1 Johannes 4 : 3.
en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.


2 Johannes 1 : 7
Want er zijn vele misleiders uitgegaan in de wereld, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Dit is de misleider en de
antichrist.


Jezus waarschuwt ons in Mattheüs 24:24.
Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden.

Christus is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse Messias en betekent Gezalfde.


Er is maar één Messias, één tussenpersoon tussen God en de mens en dat is de God-mens Jezus Christus.


Hij is het vleesgeworden Woord en Hij is zowel volkomen mens als volkomen God. Onbegrijpelijk, zul je zeggen ! Inderdaad, en zo moet het ook, want geloof is geen zaak van het verstand, maar van het hart.
“Wie gelooft, dat Jezus de Christus, de Messias, is, is uit God geboren”. 1 Johannes 5 vers 1.








Jezus is de Weg

Jezus is de Weg
Het belangrijkste kenmerk van jou leven is, dat je een kind van God kan worden.Je bent een geliefde, geliefd door je Maker.
God is altijd bij je,want Hij geeft om jou, wat er ook is, hoe veel pijn je ook hebt,
hoe uitzichtloos je situatie misschien zelfs is.

Je leven kan drastisch veranderen, waneer je
je ogen richt op Jezus. “ Kom tot mij”, zegt Jezus,
“en ik zal je rust geven”.



In het geloof gaat het om de persoon van Jezus, de Messias. Hij is aan ons geschonken door God de Vader, want Hij heeft ons zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, “opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”.


De volledige benaming van onze Heiland is: de Heer Jezus Christus en deze namen geven het volgende aan:




Heer is de aanduiding van zijn godheid. Heer is in het Grieks: Kurios en in het Hebreeuws Adonai of Jahwe.
Jezus, Jeshua, betekent Zaligmaker, Redder.
Jezus is de menselijke naam, de naam van de zoon van Maria.
Christus, Messias, betekent Gezalfde.




De grote tegenstander van God is satan, de gevallen cherub, en hij is het, die Adam en Eva tot zonde bracht en die vanaf de zondeval de mensheid van Gods liefde wil afhouden. Dat doet hij vooral door namaak en surrogaat. Hij weet, dat de redding alleen in de Heer Jezus is en daarom creëert hij een namaak-messias, een namaak-gezalfde, de antichrist, de tegenchristus.




God openbaart zich als Vader, Zoon en Heilige Geest. De satanische namaak “drie-eenheid” is als volgt:
Satan is de antivader, de namaakzoon is de antichrist en de namaakgeest is de valse profeet.




Om een duidelijk beeld van de volgende hoofdstukken te kunnen krijgen, moeten we het bovenstaande goed in ons opnemen.



“En ik zag uit de zee een beest opkomen”

Dit beest is de antichrist, de leugenaar, de misleider, de valse christus. De antichrist heeft vele voorgangers in deze wereld gehad, zoals Haman, Judas, Nero, Hitler en vele anderen, maar al deze tegenstanders van God, deze antichristen, worden ver overtroffen door dé antichrist, de mens der wetteloosheid, die evenals Judas de zoon van het verderf wordt genoemd. Zie Joh. 17 vers 12 en Thess.2 vers 3.



Hij komt op uit de zee. In de profetie wordt met de zee de volkerenzee bedoeld, de goddeloze volkeren; Jesaja 57 vers 20. “De goddelozen zijn als de zee”.

Veel mensen willen graag weten uit wel volk de antichrist zal komen en er zijn veel veronderstellingen, maar de Bijbel geeft hierover geen overtuigend uitsluitsel; hij komt op uit de volkerenzee en uit ervaring weten we, dat zo maar plotseling iemand op het wereldtoneel kan verschijnen, zoals met bijvoorbeeld Sadam Hoessein het geval was.




Evenals de grote, rossige draak heeft dit beest tien horens en zeven koppen en toch zijn zij niet hetzelfde beest: de draak is de satan volgens 12 vers 9 en dit beest is de antichrist en ziet er ook heel anders uit, maar zoals Christus één is met de Vader, zo vormt de antichrist met de satan ook een eenheid en hun macht en samenwerking komt uit het feit, dat zij beiden zeven koppen hebben en tien horens.



De zeven koppen waren al gekroond in 12 vers 3 en daarmee wordt profetisch de macht van de boze in de zeven achtereenvolgende wereldrijken aangeduid.



Vanaf de zondeval heeft de draak zijn grote Goedevijandige macht ontplooid in Egypte, Assyrië, Babylon, Medisch-Perzië, Griekenland, Rome en de zevende kop geeft de wereldmacht van de antichrist aan. Dit zijn de wereldmachten, die in de Bijbel bekend zijn en waar de profetie over gaat.



“En op zijn horens tien kronen”.


Deze tien horens zijn een heenwijzing naar de tien koningen, die slechts “één uur” (dus een korte tijd) macht ontvangen samen met het beest. Zie 17 vers 12.



“En op zijn koppen namen van godslastering”.

De antichrist toont hiermee zijn ware aard en schroomt niet God te lasteren. Kortom: uit de volkeren zal de zoon van de duivel, de antichrist, opstaan en hij zal aan de macht komen, daarbij tegen het einde ter zijde gestaan door tien koningen. De antichrist is een godlasterlijke machthebber.



Vers 2.
En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht.


Voor een goed begrip moeten we naar Daniël 7 : 1-8.
Daniël zag vier grote dieren uit de volkerenzee opstijgen.
Het eerste dier was een leeuw met adelaarsvleugels. Deze leeuw stelt in de profetie de wereldmacht Babylon voor.

Het tweede dier was een beer, het Medisch-Perzische rijk, dat zeer veel oorlogsslachtoffers heeft gemaakt; dit laatste wordt aangegeven met het bevel: sta op en eet veel vlees.

Het derde dier was een panter of luipaard, het symbool voor het oude Griekenland van Alexander de Grote, dat met de snelheid van een panter oorlog voerde.

Het vierde vreselijke dier had grote, ijzeren tanden, verschilde van alle vorige en het had tien horens !

De vier dieren uit Openbaring

De vier dieren uit Openbaring


Johannes ziet de antichrist opkomen en deze zal met de snelheid van een luipaard zijn overrompelingsoorlogen voeren, zoals vroeger Griekenland.
Het beest heeft poten als van een beer, dat wil zeggen: de antichrist zal zeer veel slachtoffers maken, zoals het oude Medisch-Perzische rijk.
Het beest heeft de muil van een leeuw en dat betekent, dat de antichrist zal regeren zoals de koningen van Babel, met grote autocratische macht.

Het vierde dier van Daniël 7 is het wereldrijk, dat uitmondt in de heerschappij van de antichrist en daaruit zou men kunnen veronderstellen, dat het territorium van de antichrist overeenkomt met het territorium van het oude Romeinse rijk en over het algemeen is men het daar wel over eens.



Het beest heeft echter ook de kenmerken van Babylon, Medië-Perzië en Griekenland en daarom is het beter er rekening mee te houden, dat het machtsgebied van de antichrist zich ook uitstrekt over deze grondgebieden.


(Daniël 7 vers 8 zullen we nader toelichten , als we Openbaring 17 behandelen)


“En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht”.


We moeten niet vergeten, dat de draak uit zijn oorspronkelijke machtspositie is ontzet, dat hij op de aarde is neergeworpen en dat hij nu met grote grimmigheid op aarde te keer gaat, omdat hij weet, dat hij nog maar weinig tijd heeft ! Hij gaat nu al zijn demonische macht openbaren in de antichrist, de tegenhanger van Christus.


Jezus zei: “Ik en de Vader zijn één”.
De draak imiteert deze eenheid, door zich te vereenzelvigen met de antichrist en nog nooit heeft iemand zoveel demonische, duivelse en occulte macht gehad als straks de antichrist.



De geschiedenis van Hitler, die een antichrist was, leert ons, dat de antichrist het in zijn opkomst bedrieglijk goed zal doen !
Hij zal zijn macht allereerst gebruiken om de mensen aan zich te binden en men neemt aan, dat hij door zijn grote demonische intelligentie en inspiratie in staat zal zijn om grote wereldproblemen op te lossen, zoals ook Hitler in Duitsland een eind heeft gemaakt aan de grote armoede van de crisistijd. Hitler werd gezien als een verlosser ! Later toonde Hitler zijn ware aard ! Ook hij was een door vele demonen bezeten man.

spotprent Hitler

spotprent Hitler
Vers 3.

En (ik zag) een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna,
en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren?



Eén van de zeven koppen werd dodelijk gewond. Het is niet zo moeilijk om dit te begrijpen: de koppen stellen de wereldrijken voor en uit deze tekst kunnen we dus opmaken, dat het opkomend rijk van de antichrist bijna tot ondergang wordt gebracht.
Hoe? Mogelijk door een oorlog, of een grote revolutie. In elk geval staat zijn rijk op een bepaald moment te wankelen, maar de dodelijke wond geneest en hij komt nu helemaal tot een toppunt van zijn macht en overwint de tegenstand.




Er moet wel iets heel bijzonders aan de hand zijn, want als resultaat van het herstel van zijn rijk komt hij als onoverwinnelijke macht uit de strijd.


Als het Hitler was gelukt om zijn geheime wapen, de atoombom, te fabriceren en in te zetten, dan was de oorlog geheel anders afgelopen. Hitler zett alles op alles om dit wapen te ontwikkelen, maar God zij dank is het hem niet gelukt.
Stel je eens voor, dat hij het wel voor elkaar had gekregen, dan was het dodelijk gewonde Duitsland toch weer opgestaan “als uit de dood”.



Iets dergelijks gebeurt met het rijk van de antichrist en wel op zo’n wonderbare wijze, dat de gehele aarde dit met grote verbazing zal aanschouwen.


Ik geloof echter, dat onze tekst, behalve het bovenstaande, toch nog meer uitleg toelaat. Profetie heeft vaak meer dan één betekenis: als we 13 vers 15 lezen, dan staat daar, dat de antichrist de wond van het zwaard had en weer leven geworden is. In 17 vers 8 staat:

Het beest dat je zag, was, en is niet; het stijgt binnenkort op uit de onderaardse diepte en zal vernietigd worden. (NBV)


Deze teksten gaan ook over de antichrist en als we deze teksten met elkaar vergelijken, dan blijken zij elkaar aan te vullen. Daarom is de tweede uitleg van onze tekst het volgende: de antichrist zal bijna zijn macht verliezen en in die strijd zal hij gedood worden, of bijna gedood worden en dan zal de satan hem een opstanding uit de dood geven en zal een geest uit de afgrond de antichrist vervullen.


Als hij herstelt, is hij geheel bezeten met de demonische macht uit de afgrond. Satan is een imitator en hier imiteert hij de opstanding van de Heer Jezus Christus uit de doden.


Voor Christus betekent de opstanding onder andere dat Hij Zijn goddelijke kracht en heerlijkheid opnieuw ontvangt en door op te staan uit de dood bewijst Hij GodsZoon te zijn. Romeinen 1 vers4.
De Heer, die de discipelen na Zijn opstanding ontmoetten, was hersteld in Zijn oorspronkelijke almacht: de wetten der natuur hadden geen vat meer op Hem en Hij kon zo maar verschijnen in de kring der discipelen en eveneens weer verdwijnen, zoals ook de Emmaüsgangers hebben ervaren. Zie Lukas 24 vers 31 en 36, Johannes 20:19-29.












De Emmaüsgangers

De Emmaüsgangers



De antichrist zal drie en een half jaar nodig hebben om tot grote macht te komen en na zijn “genezing” of “opstanding” begint de tweede helft van de week, de tweede periode van drie en een half jaar, waarin de antichrist zijn ongelooflijke goddeloosheid zal openbaren en hij de christenen en Joden ten dode zal vervolgen. Dan begint de ergste strijd en zal hij geen enkel middel schuwen om zijn gruwelijke, wrede haat tegen God bekend te maken.


Het resultaat van het herstel van de antichrist is, dat de wereld nu satan gaat aanbidden. In plaats van de gemeente, de kerk, die God ons heeft gegeven, geeft satan aan de wereld een satanskerk, waarin de aanbidding van satan centraal staat.




Over de gehele wereld kunnen we zelfs vandaag al satanskerken vinden en het is onbegrijpelijk, dat er mensen zijn, die aan zulke “satansmissen”en duivelskunstenarijen willen meedoen en denk hier niet te gemakkelijk over: satan is ook in het doen van wonderen en tekenen dé imitator van Christus.


Week 22 : Vervolg: De verschijning van de antichrist


Vers 5.
En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen.


Jezus Christus leefde uit de Heilige Geest en wat Zijn bediening betreft, kon Hij niets uit Zichzelf doen, zoals Hij zelf ook getuigde. Johannes 5 : 19 en 30.Jezus leefde, handelde en sprak uit de inspiratie en inwoning van de Heilige Geest.


De antichrist leeft uit de inwoning en inspiratie van de duivel, een valse namaak -christus, die zo tot het toppunt van macht komt op politiek terrein. Op godsdienstig gebied wordt hij de grote inspirator voor de satanskerk: satan en de antichrist worden verheerlijkt en aanbeden…Hier begint de tweede helft van de week van Daniël en deze laatste drie en een half jaar zal de antichrist tot zijn hoogste antigoddelijke ontplooiing komen.


Vers 6. En het beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen.


De duivel weet, dat hij sinds zijn val in een hopeloze verloren toestand verkeert en alles aan hem en alles in hem is door en door verdorven.Zoals God pure liefde en licht is, zo is satan een schepsel, dat door zijn zonde in volkomen haat en geestelijke duisternis leeft en eigenlijk past het werkwoord leven niet eens meer voor hem.Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven.De boze is de misleiding, de leugen en de dood.


De antichrist, de zoon van de duivel, lastert God, bezoedelt Gods naam en zoals wij God vereren en grootmaken, zo bespot en vertrapt en tart hij God.


De godlozenbeweging indertijd in Rusland onder het communisme is een voorafschaduwing, een zwak voorbeeld, van wat komen gaat. In Rusland werd Judas vereerd; men richtte zelfs een standbeeld voor hem op !

Judas verraadt Jezus met een kus...




De antichrist zal in dit alles het toppunt van goddeloosheid zijn en waar zijn hart vol van is, vol van haat tegen God, daar vloeit zijn mond van over.


Hij lastert ook Gods tent. Tabernakel staat hier in de grondtekst en we begrijpen, dat de antichrist al zijn haat zal botvieren op de gelovigen, die in de grote opwekking na de opname voor Christus zijn gewonnen (hoofdstuk 6 en 7) en de vele Joden, die na de opname tot de overtuiging zijn gekomen, dat Jezus de ware Messias is.


Zij worden hier aangeduid als Gods tabernakel. In de tabernakel werd God gediend en vereerd en ieder, die God vereert, is een potentiële vijand van de antichrist en verkeert in levensgevaar.

...een welgevallig reukoffer voor de Here God...


De antichrist lastert ook degenen, die in de hemel wonen ! We kunnen zo’n houding eigenlijk niet zo gemakkelijk begrijpen, want zij, die in de hemel wonen, God, de engelen en de opgenomen heiligen, zijn volkomen buiten het bereik van de antichrist en bovendien zijn zij de overwinnaars in een heilige hemel, waar de satan is uitgeworpen.


Zelfs in zijn lastering erkent hij, dat Jezus Christus de zijnen heeft opgenomen in heerlijkheid !


Vers 7. En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk.


Satan is de overste van deze wereld en hij geeft zijn macht aan de antichrist. Nu breekt de grote vervolging uit. Allen, die in God en Zijn Messias geloven, worden overwonnen.


Toen we hoofdstuk 6 behandelden, zagen we bij de opening van het vijfde zegel zo maar ineens onder het altaar de zielen van de vele, vele martelaren. Vanaf hoofdstuk 12 worden nu de bijzonderheden gegeven, die we in hoofdstuk 6 en 7 misten. De twee verslagen vullen elkaar volkomen aan.
Als we Openbaring nog niet zo goed kennen, moeten we telkens weer beseffen, dat God twee verslagen geeft over de grote verdrukking en het oordeel: het eerste verslag is hoofdstuk 4 t/m 11 en het tweede is vanaf hoofdstuk 12.



God spreekt dus door twee getuigen over dit allerbelangrijkste onderdeel van de profetie en het doel, dat God hiermee wil bereiken, is, ons voor te bereiden op de komst van Zijn Zoon op de wolken van de hemel. Dan zullen wij ontkomen aan alles wat gaat gebeuren. Zie Lukas 21 : 28 en 36.De antichrist ontvangt ook macht over elke stam, natie, taal en volk.
Dit wil niet zeggen, dat hij ook regeert over de gehele wereld, maar wel, dat hij macht kan uitoefenen over de gehele wereld. Zijn invloed zal overal ter wereld tastbaar aanwezig zijn en hij zal alle volken in zijn greep hebben, doordat hij blijkbaar zo’n sterk wapen heeft, dat alle volkeren rekening met hem moeten houden.



Er is hier trouwens een probleem, dat we niet onbesproken mogen laten: er worden in Openbaring uitdrukkingen gebruikt, die ons de indruk geven, als zou de antichrist over de hele wereld regeren.


In hoofdstuk 13 wordt gesproken over:

a. de gehele aarde. Vers 3b.

b. elke stam en natie en taal en volk. Vers 7.

c. allen, die op de aarde wonen. Vers 8.

d. de aarde en zij, dat daarop wonen. Vers 14.


Het is zeer begrijpelijk, dat velen op grond van deze teksten tot de overtuiging komen, dat de antichrist over de gehele wereld zal regeren.We gaan dan echter voorbij aan het feit, dat de woorden “aarde” en “wereld” oorspronkelijk meerdere betekenissen hebben.


Een paar voorbeelden:

In Daniël 2 vers 39 wordt gezegd, dat het koninkrijk van koper zal heersen over de gehele aarde en we begrijpen, dat men daarmee de toen bekende wereld bedoelt.



het beeld uit de droom van Nebukadnezar
Zie ook:

http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Koninkrijken-Daniel-Openbaring.pdf


In Lukas 2 vers 1 staat in de oude vertaling, dat de gehele wereld beschreven moest worden , in de NBG-vertaling het gehele rijk en in de NBV-vertaling het rijk.


Paulus zegt in Romeinen 1 vers 8, “dat er in de gehele wereld van uw geloof gesproken wordt” en natuurlijk bedoelt hij daarmee niet de gehele wereld, zoals wij die kennen, maar hij duidt hiermee de toen bekende wereld aan en die beperkte zich tot de landen rondom de Middellandse Zee en het nabije Oosten.



Er zijn meer teksten, waarin de woorden “de gehele wereld” of “de gehele aarde” voorkomen en in veel gevallen wordt daarmee toch een beperkt gebied bedoeld, zoals bijvoorbeeld in:Genesis 11 vers 1; Genesis 41 : 56 en 57; 1 Koningen 10 vers 24; Jeremia 51 vers 7; Daniël 4 vers 1; Johannes 12 vers 19; Kolossenzen 1 vers 6.


Vers 8.
En allen, die op de aarde wonen, zullen het beest aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.

Het zal duidelijk zijn, dat degenen, die tot bekering komen tijdens de grote opwekking, die onmiddellijk begint na de opname, zeker het beest niet zullen aanbidden. De christenen zullen, evenals de in Jezus Messias gelovige Joden, van te voren weten uit het boek Openbaring en uit de evangeliën, wat er al zo gaat gebeuren. De ongelovigen zullen de satan en zijn antichrist aanbidden. Hun naam staat niet in het boek van het Lam.




Deze tekst geeft voor velen aanleiding tot problemen. Zij menen, dat hier een uitverkiezing wordt gebracht en dan zeggen zij: als je niet uitverkoren bent en je naam staat niet vanaf de grondlegging der wereld in het boek van het Lam, dan ben je bestemd om verdoemd te worden. Veel mensen worstelen met dit probleem en dat geheel ten onrechte.We moeten lezen, wat er staat !




Er staat, dat het Lam geslacht is sedert de grondlegging der wereld en dat betekent, dat van eeuwigheid het Lam uitverkoren was om geslacht te worden voor de zonden der wereld. Onze redding is al voor de schepping door God gepland !



Het Lam heeft een boek en in dat boek worden alle namen geschreven van diegenen, die de Heer Jezus Christus hebben aangenomen als hun persoonlijke verlosser.


Er staat in deze tekst niet, dat onze namen al sedert de grondlegging der wereld in dit boek staan. Er staat, dat het Lam is geslacht vanaf het ontstaan der wereld.
Er is blijdschap in de hemel over één zondaar, die zich bekeert en wie zich bekeert en zijn leven aan Jezus geeft, heeft eeuwig leven.


Jezus is de weg, de waarheid en het leven (Johannes 14 vers 6)


We moeten geen problemen scheppen, die niet reëel zijn ! Lees, wat er staat; geloof, wat er staat en je ontvangt, wat er staat !


Vers 9 en 10.
Indien iemand een oor heeft, hij hore.

Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap; indien iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij zelf met het zwaard gedood worden.
Hier blijkt de volharding en het geloof der heiligen.



Let wel: de gelovigen, die tijdens de grote verdrukking leven, zullen vervolgd en veelal gedood worden.
Hun bestemming ligt vast in deze profetie.

De antichrist zal iedere gelovige achtervolgen; hij is vast van plan de christenen uit te roeien, zoals Hitler dat met de Joden en zigeuners heeft gewild.



Zie voor de ranglijst christenvervolging nú:

http://www.opendoors.nl/htm/?p=ranglijst


Dan zal ook blijken, dat de gelovigen liever in gevangenschap gaan of liever worden gedood, dan dat zij Jezus verloochenen. Hun geloof en volharding blijkt uit hun weigering om Jezus te verloochenen.








Hieronder klikken voor het vervolg in het tweede deel van deze studie:

http://www.tweededeelopenbaring.blogspot.com/